Onder 19-trainer en voormalig basketballer Frank den Boef maakt snelle stappen in het amateurvoetbal

 

Hij werkt met een jaarplan, coopertests, wedstrijdrealistische trainingen en laat zijn spelers meedenken over het tactische spel. In de naam van Frank den Boef heeft Bergambacht Onder 19 dit seizoen een erg bevlogen en ambitieuze trainer. Kijkend naar zijn aanpak zal het enig wenkbrauw doen fronsen dat hij zelf vooral in een andere sport actief was.

 

''Ik kom uit de basketbalwereld. Van mijn zesde tot mijn negentiende als speler en van mijn veertiende tot mijn achttiende als trainer,'' zegt hij. Voordat de 31-jarige teamleider procesoperator naar zijn huidige woonplaats Gouda trok, raakte hij in Zwijndrecht verknocht aan voetbal. ''Bij de JO13-5 van VVGZ heb ik gekeken of voetbaltrainer zijn iets voor mij is. In dit seizoen raakte ik besmet met het voetbalvirus.''

 

Een razendsnelle ontwikkeling volgde. Binnen vier jaar rondde hij een juniorencursus af en werd hij trainer van de JO17-1 in de hoofdklasse. Voor zijn cursus liep hij stage bij Jerry de Groot, de huidige hoofdtrainer van Bergambacht. Ook haalde hij een TC3-diploma. Qua niveau ging hij nog een treetje omhoog. Hij werd trainer van de JO17-1 van Oranje Wit in de derde divisie.

 

Na zijn verhuizing naar Gouda trainde hij op hoofdklasseniveau twee meidenteams van Rohda'76 en was hij één jaar actief als trainer van de JO19-2 van Jodan Boys. Een club van zo'n formaat bleek echter niet bij hem te passen. ''Ik ben als trainer liever actief bij een voetbalvereniging waarbij (bijna) iedereen elkaar kent en waar de lijnen kort zijn.''

 

Het is dus niet verwonderlijk dat hij meteen een klik had met Bergambacht. ''Na één gesprek voelde ik al dat ik op dezelfde golflengte zat als de ambities van de club. Bergambacht is te vergelijken met VVGZ en Rohda'76: klein maar fijn.''

 

En dus stapte Frank op de blauw-zwarte boot. In de periode waarin het coronavirus zijn eerste seizoen in Bergambacht heeft platgelegd, vertelt hij over zijn aanpak en zijn sterkste punten. Naast zijn trainingsrichtlijnen aan de hand van zijn jaarplan, zoekt hij veel contact met zijn spelers. ''Ik voer aan het begin van het seizoen individuele gesprekken met spelers en verwerk dat in een persoonlijk portfolio. Daarbij bespreken we wat een speler verwacht van zichzelf, het team en de staf. Ik voel me verbonden met spelers, begeleid ze en speel in op hun behoeftes en doelstellingen. Daarnaast laat ik hen meedenken over het spel.''

 

Ook in zijn wedstrijdvoorbereiding mogen zijn spelers hun grijze massa aan het werk zetten. ''Ik maak gebruik van een tactisch coachboard. Hierop laat ik met cijfermagneten zien hoe wij gaan spelen in aanvallend en verdedigend opzicht. Zelf vind ik het belangrijk dat spelers betrokken zijn bij de te spelen wedstrijd. Daarom laat ik ze zelf met oplossingen en de daarbij behorende argumenten komen. Zo weet ik als trainer dat ze snappen hoe ze spelen.''

 

De werkwijze van Frank lijkt aan te slaan. Hij is namelijk ook komend seizoen de trainer van het hoogste jeugdteam van de club.